vrijdag 31 januari 2014

Lezen en voorlezen


Lezen
Gisteren ging met de gedichtendag de poëzieweek van start. Ik weet nog hoe we in de bibliotheek Deventer op gedichtendag allemaal een  T-shirt droegen met daarop een zelf gekozen gedicht. Ik koos voor een gedicht van Herman de Coninck. Het boek van Kristien Hemmerechts: Taal zonder mij over haar overleden man, sprak me zo aan dat ik zijn gedichten ging lezen. Van de slechte kritiek op Taal zonder mij van Piet Gerbrandy (De volkskrant 17/11/1998) trok ik me niets aan waardoor ik schaamteloos mee kon kijken in een deel van het leven van Hemmerechts en De Coninck.

 De kritiek van destijds heeft er wellicht voor gezorgd dat ze enigszins opgewassen is tegen de kritiek die ze nu over zich krijgt uitgestort over het boek De vrouw die de honden te eten gaf.

Hoe dan ook, mijn belangstelling voor Hemmerechts en voor DeConinck was gewekt. Het gedicht op mijn shirt:

Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.

 De nationale voorleesdagen zijn morgen alweer voorbij. Voorlezen niet, dat krijgt in veel gezinnen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en scholen een dagelijks vervolg, hoop ik...

In nieuwsuitingen van scholen en bibliotheken lees ik dat bijna iedereen zich blindelings laat leiden door het label: prentenboek van het jaar. Overal wordt dus Krrr...okodil voorgelezen terwijl bijvoorbeeld Boer Boris gaat naar zee veel meer zeggingskracht in tekst en illustraties heeft. Wat mij betreft is dat het Prentenboek van het jaar. En er is meer, veel meer moois. Kijk maar eens in de boekhandel en de bibliotheek!

woensdag 8 januari 2014

2014

 
Na een boottocht over o.a. de Rijn, de IJssel, het IJsselmeer, een bezoek aan het Rijksmuseum en een prettige jaarwisseling op het IJ zijn we goed aan 2014 begonnen.
Een paar voornemens liggen er wel:

Atelier Acht zet de cultuurparticipatie voort met het accent op KIJK Wijhe en Theaters Olst-Wijhe.

Arial blijft vier keer per jaar verschijnen met de gebruikelijke interviews, ontmoetingen met musici, cabaretiers,  schrijvers en kunstenaars.
In 2014 besteden we meer aandacht aan cultureel erfgoed met de canon van Olst-Wijhe als uitgangspunt.
Tijdens de drukbezochte nieuwjaarsreceptie op 7 januari, vertelde de burgemeester over het 200-jarig bestaan van de buurtschap Marle en de rol die Marle heeft gespeeld bij het einde van de Franse overheersing, de Russische bevrijders en ( met een knipoog) aan het ontstaan van de monarchie.
In de canon worden de kozakken wel genoemd, maar Marle niet. Daarvoor moeten we een keer aan de bel trekken bij burgemeester Strien want het lijkt er op dat er een prachtig verhaal in zit waar we wat mee kunnen.

Een ander  voornemen is meer tijd vrij te maken voor het boek over Jan Adam Zandleven. Tot mijn vreugde en verassing is werk van Jan Adam verbonden met een onderdeel van de canon van Olst-Wijhe.

Dirk Hannema, kunstkenner en verzamelaar werd door zijn kunstzinnige moeder in contact gebracht met de kunstpedagoog H.P. Bremmer. Zij volgde cursussen esthetica bij Bremmer. Bremmer gebruikte originele kunstvoorwerpen als voorbeeld en stelde cursisten in de gelegenheid werk te kopen.
Zo kwam werk van Zandleven in handen van Dirk Hannema die zijn verzameling vanaf 1957 onderbracht op Havezate het Nijenhuis in Wijhe (Heino).
Vijf schilderijen van Zandleven  maken deel uit van de museumcollectie van De Fundatie.