woensdag 18 december 2013

Veronique Sodano - een diva van formaat




 

Omdat Veronique Sodano 2e kerstdag komt optreden tijdens een brunch in de Brasserie in Olst en zij zichzelf een diva noemt willen we meer van haar weten. Wat betekent diva eigenlijk? Hoe wenst zij zich zelf te zien of hoe wil ze gezien worden?
Het komt uit het Italiaans, diva: een vrouwelijke godheid. Een diva is een gevierde zangeres. De betekenis ligt dicht bij  primadonna. Een stereotype prima donna verdraagt geen concurrentie, zij wil de eerste zijn en eist alle aandacht op. In de pers wordt deze kwalificatie gebruikt bij  Maria Callas.

Dat klinkt enerzijds talentvol maar anderzijds nogal arrogant. Heeft ze zoveel talent en is ze arrogant?

Hoe dan ook, we krijgen we te maken met een goed gevulde en goed gebekte dame uit Italië die zichzelf bovenstaande betekenis heeft toegeschreven.
We hebben afgesproken in een café in Den Haag en nemen plaats op de 1e verdieping die in open verbinding met het café staat.  Omdat Veronique haar mening over zingen meermalen illustreert met zang uit haar volle borsten valt het geroezemoes in het café steeds stil en kijkt iedereen geraakt naar boven.
'Doorgaan!' wordt er geroepen en terecht, het is een feest om naar haar te luisteren en vast te stellen dat haar zangkwaliteit de lading van 'diva' al dekt.

 Goedlachs en openhartig vertelt Veronique over haar familie, haar leven en haar ambities. Ze springt van de hak op de tak waarbij feiten aan het licht komen die ze nog niet eerder heeft prijsgegeven.  Het verhaal dat Veronique in de Ferrari van haar vader is geboren wakkert bij ons het vermoeden aan dat haar vader rijk of crimineel moet zijn geweest.
Lachend geeft ze toe dat het verhaal over haar geboorte enigszins overdreven is maar dat het water wel in de auto was gebroken. En ja, volmondig erkent ze dat haar vader een crimineel was maar nuanceert dat met een blik op de Italiaanse mentaliteit en gewoontes.

Gevoed door onze vragen vertelt Veronique dat haar moeder een Nederlandse is die op haar 18e als au pair naar Rome vertrok en daar de charmante welbespraakte Italiaan ontmoette die gelijk viel voor dat mooie, blonde en boven hem uittorende meisje.
Hoewel haar ouders veel van elkaar hielden, slaagden zij er niet in om hun relatie in stand te houden. Veronique was twee toen ze met haar moeder naar Nederland vertrok.

Temperament, beweging en expressie begeleiden haar woorden in een waterval van verhalen over haar vak en vakmanschap. Dat ze als kind altijd zong, danste en entertainde, hoe ze tot haar keuze voor het conservatorium is gekomen en vanaf het begin een carrière als cabaretière voor ogen had. Toen ze op haar 15e Karin Bloemen zag optreden wist ze: dat wil ik ook!

Een goede cabaretière is niet alleen maar een clown, het gaat haar om echt contact met het publiek, met (iemand uit) het publiek in gesprek gaan, iets wezenlijks zeggen, mensen raken en durven zijn wie je bent.
In de pers wordt de vergelijking met Bloemen wel gemaakt. Niet helemaal terecht, vinden wij. Veronique kan meer en voldoet zonder het te beseffen aan haar eigen eisen en verwachting: ze wil de beste zijn en niet een tweede Karin Bloemen of een tweede Ella Fitzgerald maar, zoals Maria Callas, de beste op haar terrein. Ze wil als de eerste en enige Veronique Sodano op de voorgrond!
Dat kan ze en daarmee blijken de woorden 'diva' en 'primadonna' op haar lijf geschreven, maar dan zonder een spoortje arrogantie en zeker niet stereotiep maar uiterst puur, oprecht en origineel!.

 Bij het afscheid zoenen we elkaar en beseffen kennis te hebben gemaakt met een echte diva. Eentje die over een tijdje in een uitverkocht Carré door Karin Bloemen om een handtekening wordt gevraagd. Karin zal dan zeggen: ''Zeg Veronique, goddelijk meid! Zó had ik het zelf willen doen!"

 

dinsdag 3 december 2013

Mance Post is overleden


Op 2 december is de illustrator Mance Post in haar woonplaats  Amsterdam overleden.  Bijna 89 jaar.

Mance Post, die in 1955
als autodidact debuteerde met knipsels voor een boek van Han Hoekstra, illustreerde in de loop der jaren ook boeken van Annie M.G. Schmidt, Rita Törnqvist-Verschuur,  Iene Biemans en Toon Tellegen. Ze werkte ook voor educatieve uitgeverijen, met als bekendste resultaat de serie Waaidorp van Annie Schmidt
.
Een halve eeuw heeft zij  gewoond en gewerkt in een souterrain aan de Prinsengracht in Amsterdam. Ze had geen voordeur maar stapte door het met klimop, wijnrank en roos omringde raam naar binnen / buiten.


Mance in een interview van Bregje Boonstra:
'Op mijn leeftijd zou ik naar een aanleunwoning moeten, maar daar zit ik dus al mijn halve leven. Ik ben twee keer mee verkocht met het huis. Als uitvloeisel van de naoorlogse woningnood werd je niet bij het woningbureau ingeschreven als je niet getrouwd was en geen kind had. Dan had je geen woonrecht. Ik heb eindeloos op kamers gezeten en was zielsgelukkig dat ik dit kon krijgen. Toen ik hier kwam ben ik een raam als deur gaan gebruiken, want ik wilde niet mijn leven lang door het huis van een ander lopen. Als ik dood ga, heb ik nog nooit een eigen voordeur gehad.’


De beroemde schrijver, lees- en boekpromotor Aidan Chambers was bevriend met Mance en heeft in zijn boek 'Niets is wat het lijkt' haar als model gebruikt voor één van de personages waarbij hij haar woonruimte precies heeft omschreven:

'Een vierkant woonkamertje met blank gelakte houten vloer, boekenplanken langs de muren met een grote zwarte televisie en geluidsinstallatie, een ronde antieke eettafel van zwaar donker hout, een gemakkelijke leunstoel naast een imitatie zwartmetalen potkacheltje. Een ordelijke gezellig nest.'


In zo'n leunstoel heeft Mance als kind avonturen gefantaseerd waarover ze in 1979 tekeningen maakte en waar Guus Kuijer de teks bij schreef. En aan die antieke eettafel heeft ze meer dan 50 jaar vaderlandse illustratiegeschiedenis opgebouwd met duizenden tekeningen en heeft ze Madelief van Guus Kuijer laten groeien van kleuter tot tiener. Het waren vaak buurtkinderen die bij haar speelden en de kleinkinderen van Simon Carmiggelt die model stonden of op de kop boven de prullenbak hingen zodat Mance ze levensecht kon tekenen.

IK heb mezelf altijd beschouwd als de 'ontdekker' van Guus Kuijer en Mance Post en heb beide diverse keren ontmoet.
Bij CODA stond ze op ons verlanglijstje als één van de door Joukje Akveld geportretteerde illustratoren. Van de 18 geportretteerden hebben we er 10 ontmoet en hun werk tentoongesteld. (Thé Tjong-Khing, Wim Hofman, Joke van Leeuwen, Jan Jutte, Charlotte Dematons, Annemarie van Haeringen, Sieb Posthuma, Marit Törnqvist, Noëlle Smit en Martijn van der Linden)
Voor een ontmoeting met Mance Post is het nu te laat, maar een expositie van haar werk zou geweldig zijn. 
 

Haar laatste boek verscheen in 2012: Een lied voor de maan, met een tekst van Toon Tellegen.


Er wordt over tekenaars maar weinig geschreven. Voor Tekenaars-kinderboekenillustratoren geportretteerd interviewde Joukje Akveld achttien Nederlandse illustratoren, van Mance Post (1925) tot Martijn van der Linden (1979). Aan de hand van persoonlijke ontmoetingen schetst ze een overzicht van een niet eerder in kaart gebracht vakgebied.
Het atelier dient daarbij steeds als uitgangspunt voor gesprekken over techniek, drijfveren, ambitie en inspiratie. Op die manier geven de portretten niet alleen inzicht in leven en werk van de individuele tekenaars, samen bieden ze een cultuurhistorisch beeld van een halve eeuw Nederlandse illustratiekunst.
Met medewerking van:
Mance Post- Charlotte Dematons- Annemarie van Haeringen- Sieb Posthuma- Thé Tjong-Khing- Daan Remmerts de Vries- Marit Törnqvist- Joke van Leeuwen- Dick Bruna- Martijn van der Linden- Wim Hofman- Ingrid Schubert- Dieter Schubert- Sylvia Weve- Jan Jutte- Philip Hopman- Fleur van der Weel- Noëlle Smit- Harrie Geelen.