1868 - 1923
Met een map vol aantekeningen,
vragen en adressen van hotels en archieven vertrokken wij naar Noord-Holland. Naast
de start van een aan een hittegolf grenzende week, maakten wij een begin aan de
verfijning en verdieping van al aanwezige informatie waarbij we in de
archieven, voorzien van airco, nauwelijks in de gaten hadden hoe warm het
buiten was.
Doel: informatie verzamelen
over de kunstschilder, zijn leven en
werk ten einde een 'geromantiseerd' verhaal over hem te schrijven.
Ids, (een achterneef van de
schilder) heeft al heel veel informatie over zijn werk en achtergronden
verzameld voor het virtuele museum www.zandleven.nl
Maar er zijn nog veel
onbeantwoorde vragen en raadsels in de familie.
We moeten de aandrang tot
diep speuren bedwingen en dat valt niet mee als je tegenkomt dat een voorvader
actief was als kapitein op één van de V.O.C.schepen waarmee hij o.a. Batavia en
de Westkust van Afrika aandeed in verband met het slaventransport.
We blijven dichter bij huis
en weten dat er naast blauwbloed ook crimineelbloed door de aderen der
Zandlevens stroomde.
Een broer van de schilder
heeft maar liefst drie keer in de gevangenis gezeten en uiteindelijk als
krankzinnige in een gesticht beland. Wat was dat met die man? Hoe kwam het
zover?
Een andere broer sterft jong
als gevolg van een alcoholverslaving. Hoe kwam dat?
Jan Adam heeft ondanks
moeilijke beginjaren als kunstschilder harmonieus met vrouw en vriend Jan Carbaat (ook kunstschilder) geleefd.
Wat was zijn kracht?
Maandag 22 juli trokken we
naar Koog aan de Zaan waar Jan Adam opgroeide en zijn eerste huwelijksjaren
doorbracht.
In Wormerveer dropten we onze
koffers in een klein hotel aan de Zaan en liepen in Koog aan de Zaan door de
straat waar Jan Adam geboren is en zijn hele jeugd heeft gewoond. Vader,
moeder, broer Frits, zus Grietje, (Thomas, die slechts 3 maanden leefde en nog
een Thomas, die het 9 maanden volhield) en het jongste broertje Johan ( de opa
van Ids).
We maakten foto's van de plek
waarvan we dachten dat daar het huis en de kleine verffabriek van vader Zandleven
moet hebben gestaan.
De archieven in Zaanstad en
Haarlem waren vandaag gesloten dus gingen we terug naar Wormerveer en zochten
een verkoelend plekje langs de Zaan.
Dinsdag op tijd op en op weg
naar het Noord-Hollands Archief in Haarlem, locatie Kleine Houtweg. Hier was informatie
over Frits, de krankzinnige broer, in het archief van het gesticht Meerenberg in
Bloemendaal. Tot in detail vonden we terug waar hij gevangen had gezeten, in
welke gestichten hij was opgenomen, de aard van zijn ziekte en zelfs een door
hem zelf geschreven verslag over het verloop van zijn leven. De verslagen laten
zien dat hij jaren aan zijn lot is overgelaten zonder pogingen verbeteringen
aan te brengen in een ziekte waarvan de oorzaak wel werd herleid.
Omdat we mooi op tijd klaar
waren, bezochten we ook de locatie aan de Jansstraat om daar in de registers van de burgerlijke stand en
bevolking te achterhalen waar Jan Adam en zijn vrouw na Koog aan de Zaan nog
meer hadden gewoond. Volgens informele informatie in Beverwijk en Wijk aan Zee.
Grappig dat ooit iemand (uit
de tijd van Jan Adam) opgeschreven heeft dat het jonge paar in Beverwijk heeft
gewoond. Dat is in alle later verschenen artikelen en monografieën overgenomen,
maar klopt niet. Zij hebben daar nooit gewoond.
Verkoeling met een biertje op
een Haarlems terras en vervolgens lekker eten aan het water in Akersloot.
Woensdag
De archivaris in Zaanstad was
zeer hulpvaardig en sleepte alles aan wat enigszins relevant was. We wilden
precies weten hoe het gezin van Jan Adams jeugd er uit zag en checken of de
informatie de we al hebben klopt.
Van de gestorven baby's
hadden we nog geen harde feiten en waar ze nou precies woonden in de
Bestevaerstraat wisten we ook niet. Bovendien was er in 2004 in het
tijdschrift 'Zaans erfgoed' een artikel geplaatst over de vriendschap
van Jan Adam Zandleven en Jan Carbaat onder de titel 'Kunstenaars van lang
geleden: zijn ze vergeten?' Aanwezig in het archief maar wonderlijk genoeg
ontbrak dit nummer in de gebonden jaargang en kreeg een assistente de opdracht in
het archief te zoeken naar losse nummers. In de vierde doos was het raak!
Een vergunningsaanvraag van
Jan Adams vader voor een pakhuis op eigen terrein gaf niet alleen zicht op het Zaanse
huis waar ze woonden maar ook op de plek in de straat, precies aan de ander
kant van waar wij gisteren foto's maakten.
Nadat we om de hoek de straat
van Jan Carbaat hadden bezocht ( het huidige fabrieksterrein van Duyvis), ontdekte
Ids in het straatpatroon resten van de sluismuur. Intussen wandelden twee
mensen voorbij waarvan wij een flard van de conversatie opvingen: 'Dat ( De
Waakzaamheid) is het oudste houten horecabedrijf van Nederland...' Wij naar
binnen en wonderwel kende het jonge meisje de hele geschiedenis van de sluis.
Tevreden reden we naar
Franeker waar we overnachting zochten in het stadslogement en deelnamen aan de
gezelligheid op het terras van restaurant 'De Doelen'.
Donderdag
Vandaag naar het stadsarchief
van Franeker om te achterhalen in welk weeshuis Janke, de vrouw van Jan Adam,
had gewoond. De archivaris was telefonisch voorbereid en had alle zoekwerk al
gedaan wat ons de mogelijkheid om ook op zijpaden te zoeken ontnam.
Hij vertelde over de
geschiedenis van het weeshuis (er waren er twee in Franeker en één in Tzummarum
( Die laatste was niet bekend bij de archivaris. ('ik ben geen echte
archivaris, dat is een te groot woord voor mij').
Hij had een artikel over het
weeshuis (liggend tegenover 'De Doelen' waar we gisteren op het terras zaten.) gekopieerd
en een overzicht van het bevolkingsregister waaruit we konden lezen dat Janke
en haar broer, de twee jarige Klaas, een maand na Jankes geboorte (moeder
stierf in het kraambed) ergens in Oosterwolde zijn ondergebracht.
Voor meer informatie over het
weeshuis moesten we naar het Rijksarchief in Leeuwarden. De archivaris nam
afscheid met de mededeling dat het weeshuis populair was deze week en dat we de
tweede waren die om informatie uit deze periode vroegen.
In Leeuwarden werden we bij
de receptie al geïnformeerd over de aanwezigheid van een ander echtpaar met een
soortgelijke vraag en dus met de documentatie die wij zochten op tafel.
We werden bij elkaar aan
tafel gezet zodat wij zonder problemen documentatie en informatie konden
uitwisselen. Zij waren op zoek naar de geschiedenis en afkomst van een 93 jarige
vriendin.
In het bevolkingsregister van
het Diaconie-Weeshuis van Franeker lazen we dat Janke en broer Klaas op 27
januari 1876 zijn ingeschreven. Respectievelijk 3 en 5 jaar oud. Janke is daar
gebleven tot oktober 1891.
Ook het andere echtpaar
scoorde resultaat en nadat we namen hadden uitgewisseld vertelde de man dat hij
muziekles had gehad van een mevrouw Zandleven en dat was de dochter van Jan
Adams vader uit zijn tweede huwelijk. Leuk, maar de grootste verrassing moest
nog komen.
Vrijdag, na een nacht in het
Oranjehotel van Leeuwarden, reden we naar het Groninger Archief met maar één
doel: is het waar dat Jan Adam als 15 jarige bijna een jaar in Groningen heeft
gewoond en waar en waarom?
Hij heeft daar inderdaad
gewoond bij de familie Penaat. (Penaat was koopman en waarschijnlijk een
zakenrelatie van Jan Adams vader). Jan Adam stond te boek als schildersknecht
en is daar vermoedelijk door zijn vader heen gestuurd om het schildersvak te
leren en uit te oefenen.
We hadden een kamer in het
Schimmelpenninck Huys waar het vakantiegevoel met enorme sprongen toenam. Hier
wil ik wel een keer een week verblijven, midden in het heerlijke centrum.
Natuurlijk hebben we een terrasbezoek aan de 'Drie gezusters' niet aan ons
voorbij laten gaan.
Zaterdag als afsluiter naar
het Groninger museum waar we een echt cadeautje kregen in de tentoonstelling
van 'De collectie Veendorp; Levenswerk van een zorgvuldig verzamelaar'. Daar
hing een werk van Jan Adam Zandleven uit 1917, de geabstraheerde paddenstoelen
uit de periode Putten.
Jan Adam tussen het werk van Isaac Israëls en Jan Toorop.
Tevreden reden we terug naar
Overijssel.
In het archief van Putten
konden we de koopakte van een enorm stuk grond met bos niet vinden. Wel de bouwtekening van 'villa Zandleven' een landhuis van formaat en de verkoopakte. We
proberen nog te achterhalen hoe de twee bevriende kunstschilders aan het geld
kwamen waarmee zij zich dit permitteerden.
In het archief van Harderwijk
en Amersfoort zou de koopakte te vinden zijn en een kopie werd ons per omgaande per mail toegestuurd.
Als meest actuele aanwinst
vond ik op de Deventer boekenmarkt een boek over het gesticht Meerenberg uit de
tijd dat de broer van Jan Adam daar zat. 'Meerenberg 150 jaar; meer dan een gesticht'